ORLANDO TJIN ASJOE
INTERIEURONTWERPER
TEKST MARIEKE POOL FOTO(S) KEESNAN DOGGER
AAN HET WOORD ARCHITECTENPUNT
Hij was altijd aan het fantaseren en tekenen en dacht als puber dat hij de enige creatieveling van het gezin was. Eenmaal halverwege de twintig kwam hij erachter dat zijn talent een erfstuk van zijn vader is. Orlando woont en werkt in Amsterdam, we spreken hem in zijn atelier in De Baarsjes.
MET KUNST VERDIEN JE GEEN GELD ‘
Die beelden in mijn hoofd bracht ik tijdens mijn jeugd al graag in praktijk, maar ik was puber en wilde het snel klaar hebben, dus echt mooi werd het nooit. Mijn ouders werkten beide bij een administratiekantoor en blonken niet bepaald uit in creativiteit. Ja, mijn vader fotografeerde en ontwikkelde zijn beeldmateriaal zelf in de badkamer, maar daar hield het wel mee op. Dacht ik. De keuze voor een vervolgopleiding na mijn middelbare school was een lastige. Vanwege mijn vakantiewerk bij de orchideeënkwekerij in Assendelft wilde ik lange tijd naar de landbouwhogeschool -dat leverde bovendien een zekere toekomst op-, maar uiteindelijk wilde ik het allerliefst naar het Rietveld. Daar stak mijn vader echter een stokje voor. Met kunst verdien je geen geld. Het was mijn decaan die zich afvroeg of industriële vormgeving iets voor mij was. Ik was meteen enthousiast en ook mijn vader was er ok mee. Tot hij er na een jaar achter kwam dat ook
dit een kunstopleiding was, haha. Het lullige van het
verhaal komt nog: op een familiefeest begreep ik van
twee neven -waarvan er een naar de kunstacademie
ging en de ander architectuur studeerde- dat mijn
vader hun inspiratiebron was geweest omdat hij
fantastisch kon teken en schilderen. Serieus!’
JARENLANG IN DE KROEG
‘De houding van mijn vader is typisch voor zijn
generatie. In de jaren ’60 verdiende je geen geld
met kunst en dat je ervan kunt leven was echt het
belangrijkste aan een ambitie. Toen ik liet zien dat je
gerust een -vaak weliswaar karige- boterham kunt
verdienen met kunst droogden zijn tegenargumenten
- Mijn zusje is ook creatief, we hebben tien jaar
lang samen een bedrijf gehad, en mijn ook dochter
is uit hetzelfde hout gesneden, zij zit op het IVKO in
Amsterdam. Tijdens mijn studie in Eindhoven kreeg
ik mee dat ik een fantastisch kleurgevoel had. Dé
reden om bij de colorist die ik nog kende uit de tijd dat
ik in Assendelft woonden in de leer te gaan. Hij gaf me
allerlei opdrachten die ik in het weekend uitvoerde
en heeft ervoor gezorgd dat ik stage kon lopen bij
Ploegstoffen in Bergeijk. Ik voelde me als een vis
in het water in deze Rietveldfabriek en begon er
dessins voor interieurstoffen te verkopen. Daarnaast
heb ik overigens nog jarenlang in de kroeg gewerkt
voor extra inkomsten. Dit café werd regelmatig
bezocht door fotografen. Een van hen vroeg me een
achtergronddoek voor hem te schilderen en zo rolde
ik deze bijzondere wereld in. Ik heb daarna een lange
periode fotostyling gedaan en ben in die tijd ook
eigen meubels gaan ontwerpen waarmee ik de boer
opging. Toen nog zonder al teveel succes overigens.’
TIENKAMP
‘Na die eerste stappen in de wereld van ontwerpen
heb ik met een oud-klasgenoot een expositie in
Eindhoven gehouden. Het was geen verpot, maar de
publiciteit was goed en sporadisch verkochten we
wat. Pas toen ik de dubbele douchekop ontwierp,
ging het hard. Die heb ik in grote aantallen kunnen
vermarkten. Ik heb dus echt van alles gedaan, wat
dat betreft ben ik een uomo universalis. Mijn favoriete
sport is dan ook tienkamp, ik wil niet kiezen! Mijn
brede interesse bracht me op een gegeven moment
bij Chesskings. Ik werd mega-enthousiast van de
diversiteit, want álles kon. Ik heb daar met geniale
gekken gewerkt, stuk voor stuk even excentriek als
briljant. Dit was onder meer bij ShowBizCity van Joop
van den Ende. Wat een tijd!’
‘Na ShowBizCity ben ik verhuisd naar Amsterdam
en ging ik voor een architectenbureau aan de
slag waar ik direct in het diepe werd gegooid.
Of ik een twaalfduizend vierkante meter groot
advocatenkantoor wilde inrichten. Natuurlijk! Na een
aantal jaar heb ik nog even ervaring opgedaan bij een
interieurbouwer en toen was ik er weer klaar mee:
ik ging weer volledig voor mezelf werken. Inmiddels
werk ik met name in de zakelijke dienstverlening.
Advocaten-, accountants- en consultancykantoren,
ik smul ervan. Het ligt me. Ik begrijp die jongens
gewoon. Ik durf de dingen te doen die zij niet durven.
Het gebruik van hoogglans bijvoorbeeld en materialen
als wit marmer, messing en leer. Niet zelden zegt
een opdrachtgever dat hij dat niet aandurft. Ja, maar
ik wel! Ik werk ook veel voor reclamebureaus. Dat
zijn jongens die je juist weer moet afremmen, want
voor je het weet wordt zo’n kantoor een speeltuin.
Daarnaast doe ik veel scholen. Ook dat is fantastisch
om te doen. De beleving op een middelbare school
is zo bepalend voor de rest van je leven. Dat ik daar
op mijn manier een kleine bijdrage aan mag leveren,
vind ik mooi.’
ORLANDOSAUS
‘Ik vind het fijn om mijn creativiteit in dienst van
mijn opdrachtgever te stellen. Dat doe ik liever dan
dat ik overal ontwerpen realiseer met een bepaald
Orlandosausje. Als het een trucje wordt, moet je iets
anders gaan doen. Naast het interieurontwerp maak
ik inmiddels ook weer meubels voor mijn eigen label
Design Djunky. Hiervoor werk ik samen met een
team dat de verkoopkant in de vingers heeft, want
ik was zoals gezegd zelf niet zo goed in het leuren
met mijn eigen werk. Nu zijn zowel het product als de
promotie goed.’
OVER KUNST EN DESIGN
‘Ja, kunst is belangrijk, maar het ligt ook aan de aard
van de opdracht want kunst is vooral ontzettend
persoonlijk. Waar ik kansen zie voor het versterken
van een ruimte doe ik zeker een suggestie. Zo heb
ik eens een accountantskantoor ingericht waar de
directie gek was op het sfeertje van Mad M an. Bij dat
thema heb ik een fantastische serie foto’s gezocht
en dat werkte heel goed: de serie zorgde voor een
versterking van de vormgeving